Bron: Eric van Oosterhout Burgemeester Aa en Hunze
Uri Geller in Gieten
Onze jongste vindt het prachtig: Uri Geller. Een goochelende paragnost die bekend is geworden met zichzelf buigende lepeltjes. Nu beoordeelt hij aanstormende Gellertjes, waarbij hij niet te beroerd is om zelf de handen uit de mouwen te steken met zogenaamd verbazingwekkende kunstjes. Daarbij kijkt hij star de camera in, terwijl hij aan de lopende band “mentaliteit” roept. Die grap wordt bij ons aan de lopende band uitgehaald, tot groot verdriet van Renske. Na Sinterklaas laat ze niet een tweede held afpakken.
Ik ben niet van de Uri’s. Er zal best “iets meer kunnen zijn tussen hemel en aarde”, maar dat wordt volgens mij niet aangetoond door deze broer van Hans Kazan (waar ik ook al zo’n hekel aan heb).
Maar toch, soms begin ik zelf te twijfelen. Vlak voor de kerstvakantie mocht ik de fototentoonstelling openen van de Drentse fotoclubs. Er waren diverse prijzen te winnen en ik bedacht dat het aardig zou zijn om een speciale ‘burgemeesterprijs’ uit te loven. Uit de 200 foto’s koos ik een werkelijk schitterende prent van Erben Wennemars, die laat zien hoe je een bocht hoort te schaatsen. Het was, eerlijk is eerlijk, een heel mooie foto, maar de fotograaf had geluk dat hij juist Erben fotografeerde. Want deze stotterende energieke klasbak uit Dalfsen hoort wel tot mijn topfavorieten. Nooit gezeur, altijd er vol in gaan, gruwelijk mooi winnen en even gruwelijk mooi verliezen. Nooit een zesje, altijd een drie of een negen. Nee, ik zag Erben en ik was verkocht. Over een paar weken zou deze fotograaf van mij de burgemeesterprijs krijgen.
Het is zaterdagmiddag 1 uur. Voordat ik naar Gieten ga, kan ik nog mooi even naar het schaatsen kijken. WK Sprint, 500 meter, natuurlijk met Erben. We zijn zomaar alle vijf thuis. Het tafeltje bij de tv staat gedekt, bord op schoot. Eindelijk komt onze held aan de start. Ik zie die kop weer, die ogen, het gesnuif, het gepruts aan de bril. Honderden keren gezien, laatst nog live in Heerenveen, maar het verveelt nooit. Valse start, natuurlijk, zo is Erben. Vol risico nemen, alleen zo word je k-k-k-k-kampioen.
En dan gaat hij, volle bak, daverende opening onder de tien, perfecte bocht, zoals op die winnende foto, denk ik even. De familie zit te springen op de bank: “kom op Erben”, schreeuwen naar Moskou. Nog 1 bocht, hij hangt er lekker in, jaaaa, schreeuwen we en dan opeens een andere schreeuw…, en wij worden stil. Erben spletst tegen het steenharde ijs, knalt tegen de vangrail en grijpt dan gillend naar zijn linkerbovenbeen. Ik voel mijn lies scheuren. Nou zullen we het hebben. Hoeveel kan een mens hebben. In twee weken: idool Willem van Hanegem opgestapt, complete malaise bij mijn Feijenoord en nu mijn grootste schaatsheld onderuit.
Twee uur later doe ik het verhaal in Gieten nog een keer over. Zo’n vijftig gepassioneerde fotografen kijken me vertwijfeld aan. Ze denken dat ik een grapje maak. En nog een keer vertel ik het verhaal. Ik pak er een wit kuipstoeltje bij en laat nogmaals zien hoe we op het puntje naar onze Erben zaten te kijken. Ja, diezelfde die achter me laat zien op die heel mooie sportfoto hoe je wel een bocht hoort te nemen. Toeval of toch Uri. Natuurlijk feliciteer ik de maker, Jenne Klasens uit Assen. Hulde. Natuurlijk koop ik zijn foto, die hij speciaal voor mij in een mooie lijst heeft gezet. Met een zwart kader, dat zou Uri ook al hebben gedaan.
Zaterdagmiddag, in de stromende regen van Gieten, daar loopt die anders zo vrolijke eerste burger van Aa en Hunze. Een beetje gebogen sjokkend op een vol parkeerterrein, hij kijkt niet op of om. Onder de arm, de lijst met het zwarte kader. En daarin, Onze Erben, mijn Erben, in de bocht der bochten, toen het leven nog goed was.